Sinds het vierde kwartaal van 2018 is de prijsstijging van huurwoningen in de vrije sector niet groter geweest dan 5 procent. De afgelopen twee kwartalen was deze stijging zelfs minder dan 2,6 procent. Alleen in Rotterdam was er een stijging zichtbaar. Daar betaalde een nieuwe huurder 0,6 procent meer dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder: € 16,04 per vierkante meter per maand.
Vorig kwartaal signaleerde Pararius, ondanks de geringe landelijke procentuele stijging, al dalende huurprijzen in grote en middelgrote steden. De huidige prijsdaling is dan ook niet volledig onverwacht. In Eindhoven was die het grootst: de gemiddelde vierkantemeterprijs daalde daar naar € 13,74 per maand (-7,1%). In Amsterdam betaalden nieuwe huurders € 22,09 per vierkante meter per maand (-5,9%) en in Den Haag kostte een huurwoning in de vrije sector het afgelopen kwartaal € 16,00 per vierkante meter per maand, 1,5 procent minder dan in hetzelfde kwartaal van 2019.
Voor het eerst sinds het derde kwartaal van 2014 is de gemiddelde vierkantemeterprijs van appartementen gedaald. Nieuwe huurders betaalden 3,4 procent minder dan vorig jaar: € 17,47 per vierkante meter per maand. Ook vrijstaande woningen daalden in prijs, nieuwe huurders betaalden € 14,64 per vierkante meter per maand. Dat is 5,2 procent minder dan een jaar geleden.
De uitbraak van Covid-19 lijkt de druk op de woningmarkt enigszins te verlichten. Expats zijn in mindere mate aanwezig op de Nederlandse woningmarkt of stellen het startmoment van een baan uit, waardoor vrijgekomen huurwoningen minder makkelijk opnieuw verhuurd kunnen worden. Hierdoor groeit het beschikbare huuraanbod in de vrije sector. Verhuurders prijzen hun huuraanbod aantrekkelijker om leegstand tot een minimum te beperken.